3. Soorten en maten

Alle dictators weten het: verdeel en heers. Archeologen vergaten dat soms. Ze hebben zich verdeeld in een groot aantal groepen, elk met een eigen gebiedje. Aan goede samenwerking schort het wel eens. Daar profiteert hun geldschieter, de overheid, van. Veel losse groepjes afzonderlijk zijn niet gevaarlijk. Tegenwoordig hebben archeologen dat ook door en organiseren ze zich beter. Archeologen aller landen, verenigt u!

De verschillen tussen archeologen kunnen te maken hebben met het gebied waar ze werken. Je hebt Mediterrane archeologen (de landen rondom de Middellandse zee), Egyptologen (Egypte), archeologen van Noord-Amerika en van Australië, en zo nog een paar. Anderen houden zich bezig met een onderdeeltje van het verleden. Er zijn specialisten in de Steentijd, de Bronstijd, de Middeleeuwen. Ook verschillen archeologen in het soort gegevens dat ze zoeken. Sommigen leggen zich toe op oude landbouwgewassen, op vuurstenen werktuigen, of op Koolstof-14 dateringen (daarover een volgende keer). Iedereen weet een beetje, en samen weten ze veel.

Maar archeologie is net politiek: iedereen denkt anders over hoe mensen en samenlevingen in elkaar steken, toen en nu. Er zijn linkse archeologen en rechtse, en alles daartussenin. Net als in Den Haag rollen ze soms vechtend over straat. Hoe dat komt? Loop maar eens over een oude begraafplaats in uw buurt op een stille zomeravond. Wat hoort u? ………………………………………………………………..!

Archeologen bestuderen mensen van vroeger. En mensen van vroeger zijn dood. Ze zeggen niets meer. Alles wat we willen weten moeten we zelf uitzoeken. We kunnen niet bij de antwoorden achterin het boekje spieken. Er is geen boekje. Er zijn alleen maar resten van vroeger, een beerput bij Huize van de Kasteele in Zutphen, een grafveld bij Leesten. Hoe we naar die resten kijken en wat we ervan kunnen leren, dáár gaat die ruzie over. Dat geruzie is goed. Het houdt iedereen wakker, en laat alle kanten van de zaak aan bod komen.

Dat was een diepzinnig stukje, bedenk ik me nu. Niet alle archeologen graven. Er zijn er die zich toeleggen op het hoe en waarom van archeologie. Dat is goed. In de grond spitten als een kip zonder kop heeft geen zin. Je moet weten wat je met de scherfjes en botjes doet. Graaf- archeologen en pieker-archeologen hebben elkaar nodig. Maar evenwicht moet er zijn. Daarom gaat het volgende stukje over aardse zaken: de inhoud van uw vuilnisvat.